In de eerste wereldoorlog werd veenmos ter vervanging van het schaarse katoen en wegens zijn antiseptische werking gebruikt voor wondverbanden.
In de veengebieden van Groot-Brittanië en Ierland
werd het veenmos ingezameld door vrijwilligers. En het ene veenmos is het
andere niet. Men onderscheidde drie soorten: bruin-en-dik, groen- en-warrig,
rood-en-miezerig. De derde soort (Spaghnum rubellum?) werd beschouwd als de
meest algemene en de minst gegeerde. Het verzamelen gebeurde met goedkeuring van de
grootgrondbezitters, niet alleen om patriottische redenen. Veenmos werd
beschouwd als een kweekplaats voor de schadelijke heidehaantjes.
Reacties
Een reactie posten